De drijvende wijk houdt het typische 'slagenlandschap', wat kenmerkend is voor de polder, in stand. (Impressie: Zeinstra Veerbeek Architecten)
De drijvende wijk houdt het typische 'slagenlandschap', wat kenmerkend is voor de polder, in stand. (Impressie: Zeinstra Veerbeek Architecten)

De kansen voor waterwoningen in de polder

Bodemdaling, slappe veengrond en een hoog grondwaterpeil: dit zijn uitdagingen die bij de geplande woningbouw in het middengebied van de Zuidplaspolder een belangrijke rol gaan spelen. Traditionele huizen zijn namelijk ontworpen om op stevige zand- of kleigrond te staan en niet op drassige veengrond. De oplossing: op grote schaal drijvende woningen bouwen. Hoewel dit nog nergens in Nederland is gedaan, zijn er al veel partijen enthousiast over het idee.

Door Myriam Dijck

“Een hele drijvende woonwijk aanleggen zou echt een wereldprimeur zijn”, zegt Olaf Janssen, eigenaar van Balance d’Eau. Zijn bedrijf is de enige ontwikkelaar in Nederland die is gespecialiseerd in de bouw van drijvende woningen.
Eind vorig jaar deed hij mee aan een haalbaarheidsstudie voor de aanleg van een fictieve, drijvende wijk met 280 woningen in een veenweidegebied rondom Woerden. Dit project, genaamd Veenetië, laat zien dat drijvend bouwen reële kansen biedt. Deze kansen zijn ook van toepassing in andere waterrijke bodemdalingsgebieden, zoals de Zuidplaspolder.

De eerste waterwoning
Wonen op het water is op zichzelf niet nieuw, van woonboot tot steigerwoning en woonark, Nederlanders vertoeven graag op plekken met water om zich heen. Maar de waterwoning die op locatie wordt gebouwd is een nieuwe ontwikkeling.
Het idee hiervoor ontstond 10 jaar geleden. Olaf Janssen kocht een waterkavel in Delft, maar de plek bleek lastig te bereiken over het water. Een woonark er naartoe slepen was onmogelijk. “Dat moest dwars door een woonwijk en dat paste niet.”
Door op locatie te gaan bouwen leek het probleem opgelost, maar de technieken hiervoor bestonden nog niet. Dus besloot Janssen dit zelf te ontwikkelen. “Zo is Balance D’Eau per toeval ontstaan.”

Spuigaten
Het idee voor waterwoningen werd vervolgens in de gemeente Woerden opgepakt als een oplossing voor de hoge onderhoudskosten voor riolering en bekabeling. “Dat liep de spuigaten uit: door verzakking en bodemdaling worden straten steeds opnieuw opengebroken. Woerden besloot om het daarom een keer anders te doen.”

In 2016 waren de eerste twaalf waterwoningen in Woerden af. Hiermee was het één van de eerste, gemeentelijke projecten in Nederland waar dit soort huizen (op kleine schaal) zijn opgeleverd. “De provincie Utrecht, die eerst wat huiverig toekeek op de plannen van Woerden, was uiteindelijk ook enthousiast, en heeft vervolgens meebetaald aan het Veenetië project.”

Volgens Janssen zijn er veel voordelen aan het bouwen van een drijvende wijk. Niet alleen kan de karakteristieke polderverkaveling in stand worden gehouden, ook is er extra ruimte voor waterberging. Daarnaast, en dit is vooral interessant voor gemeenten, zijn de onderhoudskosten aanzienlijk lager. Janssen: “Door alles duurzaam en toekomstbestendig aan te leggen zijn de onderhoudskosten lager, maar het bouwen ervan kost meer. Op de lange termijn, over 50 jaar, zijn de kosten voor een drijvende wijk in veengebieden even hoog als voor een traditionele wijk."
Nooit saai
Architect Remco Veerbeek deelt het enthousiasme van Janssen. Hij was ook onderdeel van het Veenetië project en heeft verschillende waterwoningen ontworpen, in samenwerking met Balance D’eau. “Het is nooit saai om aan het water te wonen”, vertelt Veerbeek. “Er zwemmen watervogels om je heen, je kan zo een duik nemen, en als het hard waait voel je een lichte schommeling. Water leeft.”
Volgens Veerbeek zien mensen vaak de bezwaren als het gaat om wonen in een drijvend huis, maar hij denkt dat waterwoningen juist veel extra's biedt. “Het is een totaal andere beleving. Als we laten zien hoe mooi het kan worden, wordt men vast enthousiast.”

De fictieve, drijvende wijk in het Veenetië project heeft een dichtheid van 24 woningen per hectare waarvan een deel ook voor sociale huur is bestemd. Veerbeek: "Dit is typisch voor een nieuwe uitbreidingswijk met laagbouw."
Een groot voordeel tegenover de bouw van woonarken is dat op locatie bouwen veel meer mogelijkheden biedt. Veerbeek: “Een woonark kan maar een maximum breedte van zes meter hebben vanwege de doorgang bij bruggen en kanalen. Voor een waterwoning geldt dit niet. Daardoor kun je ze ook veel stabieler ontwerpen. Het zijn volwaardige watervilla’s met een groot terras aan het water. Het enige wat je niet hebt, is een eigen tuintje.”

Kwestie van tijd
De gemeente Zuidplas laat in een reactie weten nog niet bekend te zijn met het Veenetië project, maar is geïnteresseerd in de ontwikkeling. “Drijvend wonen is voor Zuidplas interessant, gezien de ligging en de uitdagingen die we in dit gedeelte van de Randstad hebben. Als je het hebt over de ‘nabije toekomst’: een drijvende wijk zal niet snel worden aangelegd." Volgens de gemeente vergt de daadwerkelijke realisatie van een dergelijke wijk nog veel onderzoek, tijd en ook middelen.

Olaf Janssen denkt dat de komende jaren de voordelen van drijvend wonen steeds beter in beeld zullen komen. Hij is al in contact met verschillende overheden voor de aanleg van een drijvende wijk. “Als ik nu kijk naar de gesprekken is het niet een kwestie van óf het gebeurt maar wanneer.” Ook Veerbeek denkt dat er steeds meer interesse zal ontstaan. "Waterschappen zijn enthousiast evenals gemeenten. Het vergt alleen een bestuur met lef die verder durft te kijken dan één termijn van een wethouder of gedeputeerde.”

In plaats van een tuin hebben waterwoningen uitzicht op een groen, waterrijk decor (Foto: Jerry Knies)
In Woerden zijn twaalf waterwoningen gerealiseerd, opgeleverd in 2016. (Foto: Jerry Knies)
Drijvende huizen, veel groen en veel water: zo zou het Vijfde Dorp eruit kunnen zien. (Impressie: Zeinstra Veerbeek Architecten)