Afbeelding

Grijze haren

Column 359 keer gelezen

‘Zelfs al uw haren zijn geteld’, staat ergens geschreven. Ik kijk in de spiegel en zie dat er in de loop der tijd wel een paar verdwenen zijn. Er valt minder te tellen, dat scheelt weer. De overgebleven haren zou ik het liefst zo lang laten worden als die van Simson en Absalom, maar ach, nee, compenseren heeft geen zin. 

‘Je moet nodig een hoed gaan dragen’, zegt een collega tegen me als ik met verbrande kop op een feestje verschijn. ‘En met een stok lopen zeker?’, denk ik. Ik kijk naar beneden en zie dat mijn sixpack ook geen sixpack meer is. Als ik lang fiets, gaan mijn knieën zeer doen. Mijn dochter rent harder dan ik. Nog even en mijn zoon wint van me met handje drukken. Als ik een nacht niet slaap, moet ik dat de volgende dag bezuren.

Ouder worden – het is niet meer zo leuk als vroeger. Vroeger had men nog ‘eerbied voor de grijze haren’. Of voor de oude, kale koppen. In de Bijbel staat een verhaal van een aantal opgeschoten pubers die een profeet uitmaken voor ‘kaalkop’; het loopt niet zo goed met ze af. Eer je vader en je moeder, de traditie waar je uit komt – dat was ooit een pijler onder elke beschaving. Het ging er niet om om jong te blijven, maar om oud en wijs te worden. Het ging om het je toeëigenen van de traditie.

Die tijden zijn voorbij. Nu spreekt onze jongste, een jochie van vier, net uit de luiers gekropen, mij aan als ‘ouwe’. Oud worden lijkt het ergste geworden dat er is. Als je de vijftig gepasseerd bent, moet je erg je best doen, anders willen ze je niet meer op de arbeidsmarkt. In alles gaat het niet meer om het je inwerken in een traditie, in de verwachting dat daar het goud te halen is, maar juist om als een raket je bij de tradities vandaan te bewegen en zelf het leven helemaal nieuw uit te vinden. En dan zijn we nog verbaasd als dat niet lukt. Of als we het uiteindelijk toch weer precies gaan doen zoals onze ouders het deden. ‘Papa, ik lijk steeds meer op jou.’ Wie de geschiedenis niet kent, is genoodzaakt die te herhalen. Alleen wie bewust in een traditie staat, kan er ook van afwijken.

Ik gun ons een gezondere kijk op de grijze haren. Dat het weer tekenen worden van rijpheid en wijsheid. Dat oud zijn weer iets wordt om dankbaar voor te zijn. Die verandering moet niet beginnen bij de jongeren, maar bij de midlifers en ouderen. Zonder schaamte ouder worden.

Oké, ik ram nu flink tegen mijn bokszak, en ik kijk straks even of ik toch nog net zo hard kan rennen als mijn dochter. Maar ik laat mijn grijze haren niet verven. En zonder tranen zeg ik mijn sixpack gedag. Ik aai goedmoedig mijn buikje. Wij zijn stervelingen, en bedelaars. En daar schaam ik me niet voor.