Gemaal Abraham Kroes aan de Schielands Hoge Zeedijk West in Moordrecht.
Gemaal Abraham Kroes aan de Schielands Hoge Zeedijk West in Moordrecht.

Waterschapsverkiezingen 2023: klimaat en landbouw centraal

Politiek 777 keer gelezen

Zuidplas – Op de kandidatenlijsten voor de Waterschapsverkiezingen, die op 15 maart worden gehouden, staan 26 inwoners van Zuidplas. De hoogst genoteerden zijn Martin van der Spek (lijsttrekker van SGP-ChristenUnie), Arjen Hazelebach (nummer twee voor PvdA) en Hans van Leeuwen (tweede man van het CDA). Er valt volgens de drie genoeg te kiezen. “Het waterschap moet geen klimaatschap worden”, zegt Van der Spek. En als het aan Hazelebach en zijn PvdA ligt, wordt er straks een extra hoogheemraad voor het Vijfde Dorp aangesteld.

Door Erik van Leeuwen

Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is één van de 21 waterschappen die ons land rijk is. Dat het hoogheemraadschap dit jaar het 750-jarig bestaan viert, zegt alles over het belang van het schap in verleden, heden en toekomst. Belangrijke wettelijke taken zijn waterveiligheid (denk aan dijken), waterkwaliteit en het zuiveren van afvalwater. Door de verandering van het klimaat heeft het waterschap er een grote opgave bijgekregen. Bodemdaling is een groot probleem dat volgens Van der Spek, Hazelebach en Van Leeuwen gezamenlijk moet worden aangepakt.

Duurzame landbouw
“We willen als PvdA meer biodiversiteit en schoon water”, zegt Arjen Hazelebach (71). “We zijn erg voor duurzame landbouw. Bij melkveehouderijen komt veel stikstof vrij. De belangen van de veeboeren zijn groot en we zullen daar dan ook goed rekening mee moeten houden. Een ander punt is het pompen van water in de bodem. Dat kan niet blijven doorgaan, anders leidt dat tot drie dingen: de dijken moeten steeds hoger worden en hogere dijken wil niet altijd zeggen betere dijken, het kost steeds meer geld om het water omhoog te pompen en ten derde: als de bodem blijft dalen, kan deze openbreken. Dan komt er zout kwelwater naar boven en kunnen de gewassen die er nu groeien niet meer groeien.”

De PvdA vindt ook dat het waterschap inwoners meer moet betrekken bij de thema’s die in het beheersgebied leven. “We denken dan aan informatiebijeenkomsten. De communicatie naar buiten toe is al beter geworden, maar wij vinden wel dat het bestuur moderner mag worden. De discussies zijn in het verleden nogal technisch gevoerd. Daardoor waren er bijna geen discussies. Wij hebben als PvdA in het verleden gepleit voor meer dan vier bestuursvergaderingen per jaar. Er zijn er nu meer, waardoor onderwerpen beter bediscussieerd kunnen worden en er zijn informatieve vergaderingen, een soort hoorzittingen.”

Gemeenschapszin
Hans van Leeuwen (67) benadrukt dat zijn CDA staat voor gemeenschapszin en het ‘samen bereiken van dingen’. “Wij willen vooral niet politiseren, dat zien we helaas al genoeg in de samenleving. Het gaat wat ons betreft niet om ‘ons belang’, maar om zaken als veilige en sterke dijken, droge voeten, omgaan met bodemdaling en de uitdaging die we hebben als het gaat om waterkwaliteit.”

De Kaderrichtlijn Water wordt volgens Van Leeuwen een mega-dossier. “We worden door Europa op de vingers getikt. In 2026 zouden we moeten voldoen aan de door Europa en Nederland bepaalde norm. Die gaan we niet halen.

Als CDA voelen we de verantwoordelijkheid voor de generaties na ons. Als je rentmeesterschap goed wil vormgeven, zijn dit soort dossiers enorm belangrijk. Schoon water is een belangenstrijd, met agrariërs en tuinders. Dat is best een ingewikkeld dossier. Wij zeggen: luister eens, ongeacht dat het ingewikkeld is, heb je als CDA de verantwoordelijkheid om toekomstige generaties niet op te schepen met een brok ellende. Keihard aan het werk dus, met respect voor alle belangen.

Wij willen de belangen van agrariërs meenemen en niet tegenover ze komen te staan. Op zijn minst compensatie. In het restveengebied in de polder bij Van Vliet is het waterpeil gefixeerd en wordt het niet verder verlaagd. Dat heeft grote consequenties voor de agrariërs. Wij staan achter de maatregelen – je kunt niet elke keer het peil omlaag blijven trekken en de bodemdaling kan niet blijven doorgaan – maar vinden dat er een toekomstbeeld voor de bedrijfsvoering moet worden geschetst. Je hoeft niet meteen te denken aan uitkoop, wel aan een andere, duurzame manier van bedrijfsvoering door agrariërs. Ook in laagveengebieden zijn er mogelijkheden. Als het allemaal niet lukt, dan kan er financiële compensatie plaatsvinden.

Het CDA is ook erg voor vergroening in stedelijk gebieden. Tegels wippen dus en groene daken.”

Dijken
Om droge voeten te houden in het gebied zijn dijken van essentieel belang. “Dijken hebben geen politieke kleur, maar de PvdA onderscheidt zich op twee vlakken”, geeft Hazelebach aan. “We willen meer aandacht voor het werk van het waterschap in de verstedelijkte gebieden. Daarnaast betalen inwoners in verstedelijkte gebieden relatief meer belasting dan mensen die wonen in de landelijke gebieden, terwijl de kosten in die gebieden juist hoger zijn. We zijn voor kwijtschelding van waterschapsbelasting voor mensen met een minimaal inkomen. Vier jaar geleden hebben we dat geprobeerd voor elkaar te krijgen, maar dat is niet gelukt.”

Bodemdaling
Hazelebach: “Je moet vaststellen: hoe hoog komt het waterpeil in de polder? Meestal 20 tot 66 centimeter onder het maaiveld. Het was altijd zo: peil voor functie. We keken naar de functie van het gebied en daar pasten we het peil op aan. Als een boer wil verbouwen, wil hij een stukje droog. Maar hoe meer droog, hoe meer CO2-uitstoot. Doordat de boel inklinkt en we steeds water wegpompen, komt de bodem steeds lager. Je kunt dat proces alleen stoppen door minder water weg te pompen met als consequentie dat sommige functies niet meer kunnen. Daar zit het politieke spanningsveld”, stelt Hazelebach.

“Water en bodem zijn twee belangrijke principes. Als je op een bepaalde bodem geen dingen meer kunt doen – boeren of bouwen – moet je dat ook niet doen. Er zijn in de Zuidplaspolder plekken waar je niet kunt bouwen, maar je moet ook kunnen zeggen dat je op sommige plekken niet kunt boeren. We moeten het principe van ‘peil volgt functie’ omdraaien.

In het restveengebied tussen Nieuwerkerk en Moordrecht hebben we nog niet zo lang geleden het opzienbarende besluit genomen om het grondwaterpeil niet meer te verlagen. Ook de boeren zien wel in dat dat een goed besluit is.”

Uitweg
“Er moet soelaas en een uitweg geboden worden”, zegt Van der Spek (57) over het restveengebied. “Je hebt twee keuzes. Je moet ondernemers de gelegenheid geven om een nieuw verdienmodel te ontwikkelen, dan wel het vermogen uit de grond te trekken, zodat ze hun bedrijf kunnen verplaatsen. Daar hebben we ons hard voor gemaakt en maken we ons ook nog steeds hard voor.”

Geen klimaatschap
SGP-CU heeft een duidelijk standpunt over de manier waarop de klimaatverandering te lijf moet worden gegaan. “Hier zitten duidelijke verschillen tussen de partijen”, stelt Van der Spek. “Er zijn partijen die zeggen dat klimaat zo belangrijk is geworden dat we van waterschappen klimaatschappen moeten maken. SGP-ChristenUnie zegt daar nee tegen, de wettelijke taken moet je als kerntaak van een waterschap blijven zien, klimaat is een thema dat veel breder is dan het waterschap. Daar zit stikstof in, maar bijvoorbeeld ook mobiliteit. Daar gaan wij niet over en het omvat meer dan het waterschap aankan. We willen onze verantwoordelijkheid nemen en kijken naar wat extreme weersomstandigheden doen met het gebied, maar we willen het waterschap niet verbreden met een klimaatschap.”

“Als SGP-ChristenUnie hebben we ook een duidelijk standpunt over de financiën. De gelden die we ophalen, moeten we gebruiken voor onze kerntaken. Als we het gebied klimaatbestendig moeten maken, raakt dat ons in onze taken. Het klimaatbestendig maken van een gemeente in de bebouwde omgeving, is een gemeentelijke taak. Wij willen daarbij wel helpen, maar dat doen we in opdracht. Daar trekken we de grens. We willen ook niet het fiscale systeem inzetten om sociaal gewenst gedrag af te dwingen.”

Wat betreft de bodemdaling ziet Van der Spek een tendens ontstaan van ‘als we het waterpeil omhoog gooien dan is het probleem opgelost’. “Dan zijn de boeren weg en klaar. Maar zo werkt het niet. Voedselzekerheid is voor een land heel belangrijk. Er zijn ontwikkelingen om bodemdaling op een andere manier af te remmen. Daar moeten we op inzetten.”

Rekening
Van der Spek vindt het onterecht dat de rekening volledig bij de boeren wordt gelegd. “Het maatschappelijk probleem is niet alleen door hen veroorzaakt. Ja, een koe laat weleens iets los, maar dan doen een auto en vliegtuig ook. Vijfentwintig jaar geleden was de verkeers- en vliegintensiteit lang niet zo hoog en hadden we net zoveel koeien. Nu krijgen die koeien de schuld. Die discussie vind ik lastig. De grootste CO2-producenten zijn industrie, verkeer en energie en dan komt voedsel. Voedsel is wel onze basisbehoefte.”

Vijfde Dorp
Hazelebach: “We zijn voor het bouwen van woningen als PvdA, het waterschap heeft in zijn algemeenheid wel getwijfeld of we dat allemaal wel moesten doen, maar is tot de conclusie gekomen dat woningbouw belangrijk is, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.

De eerste is dat er voldoende waterberging komt, er goede waterwegen zijn, en dat er een goede mobiliteit is in het gebied. Voor het waterschap is het van belang dat als er wat gebeurt je mensen kunt evacueren. Je moet oppassen dat je je voor de waterveiligheid niet alleen beperkt tot het Vijfde Dorp. Er wonen veel meer mensen in het gebied, die mag je niet in de steek laten.

Als je het mij vraagt, diep in mijn hart kijkend: als de gemeente Rotterdam in 1996 niet had gevraagd om te gaan bouwen, en als we hadden geweten dat klimaatverandering leidt tot waterstijging, hoosbuien en droogte, weet ik nog niet zo net of we daar wel waren gaan bouwen. Op dat moment was de woningnood niet zo groot. Er was behoefte aan sociale woningbouw. Vooral bij Rotterdam, dat buiten de gemeentegrenzen wilde bouwen.

Er is nu geen weg meer terug. De woningnood is er. We kunnen als waterschap wel onze wettelijke mogelijkheden gebruiken om de waterveiligheid te garanderen. Wij willen als PvdA zo ver gaan dat we daar de komende vier jaar een portefeuillehouder voor hebben, een speciale hoogheemraad voor het Vijfde Dorp dus.”

Van Leeuwen: “Toen ik voor het eerst hoorde over de bouwplannen voor het Vijfde Dorp dacht ik: zijn ze helemaal gek geworden, bouwen op het laagste punt van Nederland. Maar toen had ik me nog helemaal niet verdiept in het dossier. Er zijn twee zaken: er moet gebouwd gaan worden en er moet wat gebeuren aan het gebied. Je moet maatregelen treffen. Als je dan toch gaat bouwen, weeg dan het veiligheidsaspect en de risico’s goed mee. Je kunt niet zomaar bouwen, maar er zijn oplossingen mogelijk: forse waterberging en de drempels van woningen op een bepaalde hoogte brengen. In Westergouwe in Gouda was de situatie vergelijkbaar, maar ook daar is het gelukt.”

Van der Spek vindt dat de discussie rond de bouw van het Vijfde Dorp gedreven wordt door ‘onderbuikgevoelens.’ “De bedreiging voor het dorp is niet dat de dijk doorbreekt. Die bedreiging is er voor het hele gebied al. De vraag is of je een piekbui kunt opvangen. Als je daar gaat bouwen, kan dat alleen onder bepaalde condities en daar zijn we als waterschap vanaf het begin bij geweest. We gaan niet over de ruimtelijke ordening, maar we kunnen wel voorwaarden stellen. Als SGP-ChristenUnie vinden we wel dat we keuzes moeten maken. Onze leefruimte is niet maakbaar. Aan die gedachte zullen we moeten wennen.

Alleen gedegen en goed gewogen bestuur helpt ons verder. Klimaat en landbouw zijn geen tegenstellingen.”