Afbeelding

Groen als gras

Column 439 keer gelezen

“Pap, weet je wat de lievelingskleur van de koning is?” “Nee, hoezo?” “Oranje. Daarom heet hij van zijn achternaam ook zo.” “O ja, natuurlijk, een koning mag alles hè, die kiest zelf zijn achternaam.” “Klopt.” Mijn zoontje van vijf bedoelde het helemaal niet als grapje. Hij was heel serieus.

Mijn eigen lievelingskleur is groen. Maar dan van dat heldere, lichte, sappige groen dat je alleen in het voorjaar ziet. Geen mosgroen, vuilgroen, geelgroen, blauwgroen of droog groen, nee, pasgeboren groen. Zie je het voor je? Mooi zo. In de zomer wordt het groen van de bomen doffer en donkerder. Maar in april en mei is het nog fris, stralend, blakend van blijdschap: hallo wereld, we zijn er weer!

Wat is kleur? Volgens de wetenschap een eigenschap van licht die wordt bepaald door de verschillende golflengtes waar het licht uit bestaat. De blaadjes aan de bomen zijn zo heerlijk fris groen omdat ze de andere kleurdelen van het licht absorberen. Alleen dat lichte groen van het licht hoeven ze niet, dat sturen ze terug. Dat mogen jullie hebben, mensenogen!

Nou, dankjewel, domoren! Het mooiste stuur je terug. Dat héérlijke, dat sappige, bruisende, strelende, hoopvolle groen.

Volgens de wetenschap is er geen logisch verband tussen wat zij kleur noemen en wat wij zien. Met andere woorden: wij hadden net zo goed alle blaadjes zwart kunnen zien.

Dat is de leegte van de wetenschap. Een kind weet beter. De blaadjes móeten groen zijn. Want anders was de wereld lelijk. En dat kan natuurlijk niet! De wereld is mooi, te mooi om waar te zijn bijna, angstaanjagend mooi zijn de zon, de maan, de sterrenpracht, de bossen, de akkers, de luchten, de grote zee – en natuurlijk vooral als het water zeegroen kleurt.

De wetenschap vertelt maar het halve verhaal. Het verhaal van het geabstraheerde verstand. Er zit geen ervaring in. Daarom is het bloedeloos. Wetenschap helpt wel bij het bouwen van huizen en het maken van mobieltjes, bij het opsporen en bestrijden van kanker, maar voor ons als ervaringswezens is zij nutteloos. Daar hebben we andere bronnen voor nodig. Filosofie, kunst, religie. Als je het groen van de lente gezien hebt, slechts éénmaal echt gezien hebt, weet je dat de wereld een wonder is en dat je op zoek moet om dat wonder te eren.

U begrijpt nu waarom ik woon in het ‘Groene Hart’ (ahum, lekker groen). Waarom ik houd van groene energie. Groen is in de kunst de kleur van de hoop. In de kerk is het daarom de kleur van de ‘gewone’ zondagen, waarop we toeleven naar het volgende feest. Feesten waarop we roepen: De rechtvaardigen zullen groenen als loof, hieperdepiep hoera!