Afbeelding

Wat komt er na kerk en kroeg?

Column 1.243 keer gelezen

In sommige dorpen beneden de rivieren kom je het nog tegen: in het centrum de kerk en de kroeg, gezellig tegenover elkaar. Op zondag eerst naar de eucharistie voor brood en wijn, daarna steekt de pastoor samen met de kroegbaas gewoon de straat over. Daar in de kroeg kunnen de dorpelingen verder met koffie en bier. Kerk en kroeg als het hart van het gemeenschapsleven, vriendschappelijk naast elkaar.

Inmiddels hebben kerk en kroeg het lastig. Allebei. Er is in Nederland niet alleen sprake van ‘kerkverlating’, maar veel breder van ‘gemeenschapsverlating’. Politieke partijen, vakbonden, verenigingen, clubs: allemaal hebben ze te maken met een krimpend en vergrijzend ledenbestand. We trekken ons meer en meer terug achter onze eigen voordeur, achter ons eigen beeldschermpje. De kroegen zijn aan het verdwijnen, niet alleen door het rookverbod, maar ook doordat we elkaar minder opzoeken (behalve, in de uitgangscentra, onder het genot van takkeherrie, maar in een kroeg kun je gewoon praten).

Ik moest daar weer aan denken toen ik in deze krant het bericht las met de titel ‘Een ‘kloppend hart’ in de Triangel nog ver weg’ (13 oktober). Het initiatief van een groep Waddinxveners onder leiding van Niels Verdouw om in de Triangel een ontmoetingsplek te creëren kon vooralsnog niet op de steun van de gemeenteraad rekenen. Dat is jammer. Want meneer Verdouw mag dan een uitgestorven diersoort lijken met zijn pleidooi voor een hart, ik ben de mammoet die graag naast hem gaat staan. Toen de wijk Zuidplas gebouwd werd, kwam in het midden nog een kerk te staan, met een grasveld en speeltuin en op een steenworp afstand een winkelcentrumpje. In Triangel is zelfs geen buurtsuper te vinden. De enige ontmoetingsplek is het park aan de rand, en dat park is mooi, maar doordat het zo aan de rand ligt kan het geen hart zijn, en de zandbak kan kerk, kroeg en buurtsuper niet vervangen.

Gelukkig zijn er wel wat andere initiatieven om weer wat gemeenschapsleven terug te brengen, zoals het ‘stadspark’ (groot woord voor een klein ding!) voor de deur van het gemeentehuis. Maar hoewel het volgens de plannenmakers een ‘meeslepende ervaring’ (!) zou opleveren, ligt het er altijd nogal doods bij. Als dit meeslepend is, dan is een begraafplaats dat ook. We worden meer en meer een samenleving van losse individuen, die elkaar tolereren zonder elkaar echt te ontmoeten, tot ons iets in het verkeerde keelgat schiet, dan gaan we tekeer als een gebeten hond, of misschien moet je zeggen: een aap met lange tenen. Pogingen om na de teloorgang van kerk en kroeg nieuwe vormen van gemeenschap te stichten, zijn tot op heden op niets uitgelopen. En daarom zitten we nu met zo’n prachtwijk als de Triangel: een hele stapel mooie dure huizen, maar geen hart, geen ziel. Daarvoor moeten de bewoners van de Triangel vooralsnog de wijk uit. Dat is de treurige keerzijde van onze vooruitgang.