Frans Sebrechts: “Ik  hou zelf ook wel van een plagerijtje. Dan weet je dat je af en toe ook het mikpunt bent.”
Frans Sebrechts: “Ik hou zelf ook wel van een plagerijtje. Dan weet je dat je af en toe ook het mikpunt bent.”

Frans Sebrechts mist zijn uitje bij ASW

Sport 808 keer gelezen

VOETBAL
Waddinxveen – Om het contact te houden met ‘de jongens’ van de club laat Frans Sebrechts af en toe zijn gezicht zien. “Anders vergeten ze wie ik ben”, zegt de man van de kantine van voetbalvereniging ASW lachend. Sebrechts is al maandenlang zijn ‘uitje’ in het weekeinde kwijt. “Corona? Pfff. Ik kan dat woord niet horen meer.”

Door Erik van Leeuwen

Sebrechts loopt niet bepaald als een kieviet de trap van het clubgebouw van ASW op. De trainers bij de ingang van het gebouw roepen hem nog plagerig toe dat hij de lift moet nemen. Sebrechts (65) kan het wel hebben. “Ik hou zelf ook van een plagerijtje. Dan weet je dat je af en toe het mikpunt bent. Ik vind dat prachtig. Ik heb het ook veel te lang gemist. Lekker slap ouwehoeren, iets beters is er niet.”

De grote kantine van ASW is leeg, alle schappen en koelkasten achter de bar en in de keuken ook. Het papiertje dat boven het uitgifteloket voor de keuken hangt, draagt de veelzeggende tekst ‘keuken gesloten’ en is inmiddels vergeeld, als teken dat het er al een tijdje hangt. Het enige dat werkt en af en toe gebruikt wordt is het koffiezetapparaat. “We vullen de thermoskan en die zetten we met bekers, melk en suiker voor de deur. Dan kunnen de trainers zelf hun koffie pakken. Niemand mag in de kantine komen. Dat is verboden terrein”, aldus Sebrechts.

Hij wil wel even een rondleiding geven in de keuken. “Zie je, de koelkasten zijn helemaal leeg. Er liggen alleen nog wat kipcorns en frikadellen in. Ik heb op een papiertje geschreven hoe lang ze houdbaar zijn. Deze kunnen nog wel even.”

In de koelruimte staat geen enkel krat bier. “We hebben al een paar keer onze kantinevoorraad verkocht aan onze leden. Tegen inkoopprijs, want het zijn onze leden. We hadden bijvoorbeeld 124 kisten bier staan. Nou, die waren zo weg. Zo hebben we praktisch de hele voorraad kunnen verkopen. Ik heb achter het hek opengedaan. Volledig coronaproof. Het was daardoor een drive-thru, de mensen konden in de auto blijven zitten. Vooraf bestellen en met een paar man zetten we de spullen in de auto. Dat ging als een trein.”

Ruim 22 jaar geleden kwam Sebrechts met vrouw en kinderen in Waddinxveen wonen. “Dat was best een omschakeling vanuit Den Haag, maar ik heb me snel aangepast. Ik voetbalde in Den Haag bij Xerxes en Juventas. Volgens mij bestaan die clubs niet meer. Ik ging voor de gezelligheid in Waddinxveen een biertje drinken bij WSE en Waddinxveen. Van lieverlee leer je steeds meer mensen kennen. Op een gegeven moment heeft iemand gevraagd of ik wil helpen en dat doe je dan.”

Sinds een jaar of vijf is Sebrechts het gezicht van de kantine van ASW. Dat betekent dat hij er altijd is op zaterdag en zondag. “Op zaterdag begin ik meestal rond een uur of tien. Dan blijf ik zeker tot een uur of zes. Zondag ben ik er ook weer.”

Hij werkte jarenlang in de brandpreventie. “In oktober kreeg ik de kans om iets eerder te stoppen. Ik zit nu dus officieel in mijn pre-pensioen. Volgend jaar ga ik pas AOW ontvangen.”

Iedereen bij ASW kent Frans en andersom ook. “Een praatje, een lolletje. Het kan ontzettend gezellig zijn. Die gezelligheid, het sociale, dat heb ik ontzettend gemist. Haal je de kantine weg, dan haal je ook meteen de ziel uit de club. Dat is echt zo.”

Het was niet zó erg dat Sebrechts thuis tegen de muren opvloog. “Dat viel wel mee hoor”, verzekert hij. “Ik heb drie dochters, een paar schoonzonen en drie kleinkinderen. Wees gerust, ik kom mijn tijd wel door. Mijn tweede kleindochter van zeven voetbalt bij ASW, mijn kleinzoon van drie heb ik pas geleden meegenomen naar de ministars. Hij liep nog niet over van enthousiasme, maar wie weet verandert dat nog.”

‘Haal je de kantine weg, dan haal je de ziel uit de club’

De bierpomp mag dan buiten werking zijn en de schappen voor het snoepgoed leeg, als er getraind wordt laat Sebrechts altijd even zijn neus zien. “Toen de selectie weer mocht gaan trainen, ben ik meteen gaan buurten. Ik zie die jongens heel vaak: ze moeten niet denken waar is Frans al die maanden. Ik maak een praatje en hou de contacten warm. Doe je dat niet dan blijft er in deze lastige tijd weinig van het verenigingsgevoel over.”

In het niet-coronatijdperk staat Sebrechts meestal niet in de keuken. Heel af en toe doet hij dat wel, voor zijn specialiteit: broodje hete kip. “Niet elke week hoor. Eens in de maand. Als die jongens erom zeuren maak ik het. Ik snij thuis de kip, laat het even in de marinade staan en ik bak het hier op. Een kilootje of vijf is best wat, maar het is zo op. Eer van mijn werk heb ik dan wel.”