Batjes en balletjes liggen al maanden onaangetast in de tas.
Batjes en balletjes liggen al maanden onaangetast in de tas.

Tafeltennissers Kwiek tellen dagen inktzwarte periode af

Sport 215 keer gelezen

TAFELTENNIS
Waddinxveen – Al bijna vijf maanden is er geen tafeltennisballetje geslagen bij Kwiek. De club telt de dagen af naar het moment van ‘bevrijding’. Voorzitter Sjaak Kuijf: “Wanhopig, nee. Moedeloos, ja.”

Door Erik van Leeuwen

In de slaapkamer van Kuijf en zijn eega is een stilleven ontstaan. Zo’n vierenhalve maand geleden zette hij zijn sporttas met tafeltennisbatjes- en balletjes in de hoek van die kamer. Sportschoenen werden ernaast geposteerd. “Al die tijd is er dus niks mee gebeurd”, treurt de preses van de Waddinxveense tafeltennisclub. Kuijf en alle leden van Kwiek zitten in de wachtkamer, wachtend op het moment dat zij hun clubonderkomen weer in kunnen en een balletje kunnen slaan.

“In feite zijn we alleen op papier nog een vereniging. Dat klinkt dramatisch, maar het is wel zo. Ik stuur om de zoveel tijd een nieuwsbrief rond met het laatste nieuws. Zo houd ik de leden op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.”

In de laatst verstuurde nieuwsbrief staat dat de competitie definitief is geschrapt. “Dat is natuurlijk geen verrassing. Ik denk dat niemand nog geloofde dat de competitie gespeeld zou worden. De animo is er ook niet. Tafeltennis is een vergrijsde sport. Heel veel spelers hebben de leeftijd dat ze wel drie keer uitkijken voordat ze risico nemen.”

Kwiek werd nog even opgeschrikt rond oud en nieuw door vuurwerk, dat voor flinke schade zorgde. Dat leverde Kuijf en het bestuur extra werk op. “Gelukkig zijn wij er goed uitgesprongen. Eén van onze leden is verzekeringsexpert. Het dak is inmiddels gerepareerd.” 

Of Kwiek ook de schade van de coronaperiode snel kan herstellen, betwijfelt Kuijf. Financieel heeft de club de zaakjes prima op orde, dus daar ligt zijn angst niet. Zijn angst zit ‘m vooral in het ledenbestand. “Ik wil geen zwartkijker zijn, maar ik vrees dat een aantal spelers dit aangrijpt om stoppen.”

Verenigingsgevoel
Het verenigingsgevoel is helemaal verdwenen. “Toen we nog mochten spelen, mochten we met maximaal zes man in de zaal. De kantine was gesloten. Als je de tafeltenniscultuur kent, dan weet je ook dat die kantine en het sociale gebeuren zó belangrijk zijn. Onze leden komen om een balletje te slaan, maar ook om na afloop een drankje te drinken in een gezellige sfeer.”

Toch blijft Kuijf optimistisch. “Er is ook positief nieuws”, reageert hij. “We hebben drie sponsors gevonden die op ons nieuwe clubshirt komen.”

Als de corona-ellende straks achter de rug is, wil Kuijf ook energie steken in het opnieuw opzetten van een jeugdafdeling. “Dat zie ik wel zitten. Een groepje van zes en we kunnen er een trainer op zetten.”