Waddinxveen in gesprek met inwoners over lage beoordeling

Waddinxveen – Wethouder Kirsten Schippers gaat begin volgend jaar in gesprek met inwoners over de lage beoordeling die de gemeente heeft gekregen in de tweejaarlijkse enquête Waarstaatjegemeente. Dat zei ze vorige week in de commissie Maatschappij en Financiën.

Door Erik van Leeuwen

In opdracht van de gemeente houdt een onafhankelijk onderzoeksbureau een steekproef onder inwoners op het gebied van vier thema’s. Eind 2019 werd de laatste enquête uitgevoerd. Uit die cijfers blijkt dat Waddinxveen veel slechter scoort dan andere jaren.

Vooral op het thema ‘relatie gemeente-inwoner’ zakte de beoordeling fors. Negentien procent van de ondervraagde inwoners gaf aan veel of heel veel vertrouwen te hebben in de manier waarop Waddinxveen wordt bestuurd. 44 procent was neutraal, 37 procent liet weten nauwelijks tot geen vertrouwen te hebben.

Bij de vorige enquête was dit 29 procent. Gemiddeld scoren gemeenten van ongeveer dezelfde omvang 27 procent. 

Het percentage inwoners dat weinig of geen vertrouwen had, daalde in twee jaar tijd van 37 naar 19 procent.

Oorzaak
“Ronduit teleurstellend”, noemde CDA-fractievoorzitter Bastienne Prins de uitkomst. Zij wilde weten of er een oorzaak is voor de lage waarderingscijfers.

Volgens wethouder Schippers is de vrije val moeilijk te duiden. “Ook wij zoeken een verklaring. Er speelde in de tijd van het onderzoek een aantal thema’s, waaronder de biomassacentrales, maar we hebben geen idee of dat heeft meegespeeld.” 

Om een vinger te leggen op de resultaten heeft de gemeente inwoners opgeroepen in gesprek te gaan. Schippers: “We willen heel graag weten waar die ontevredenheid op is gebaseerd. We willen daar graag van leren.” 

De gemeente is bezig met een nieuw communicatieplan en wil de resultaten uit deze inwonersgesprekken daarin meenemen. 

WeWa-fractievoorzitter Sylvia Vink denkt dat het belangrijk is meer informatie vooraf te geven bij thema’s. “We moeten aan de voorkant van het proces komen.” Schippers is van mening dat verbetering een ‘samenspel is van alle partijen’.