De MO17-1 sloten onlangs het afgebroken seizoen af.
De MO17-1 sloten onlangs het afgebroken seizoen af. Foto: Erik van Leeuwen

Meisjesvoetbal krijgt body bij Be Fair

Sport 1.043 keer gelezen

VOETBAL
Waddinxveen – Het meisjesvoetbal begint steeds meer voet aan de grond te krijgen bij Be Fair. Voor komend seizoen zijn zes meisjesteams ingeschreven. “Het gaat in kleine stapjes, maar dat is alleen maar goed.”

Door Erik van Leeuwen

Een voetbalclub was vroeger een jongens- en mannenbolwerk. Dat was bij Be Fair niet anders, maar inmiddels zijn rennende meiden een vertrouwd gezicht op sportpark ’t Suyt. Ruim tachtig voetballende meisjes zijn er inmiddels.

“Het is geen doel op zich om verder te groeien, maar we houden het natuurlijk niet tegen als het gebeurt”, zegt coördinator Arjan van Zanten. “Eerst maar eens de grens van negentig bereiken.” Hij heeft geen idee wat de potentie is in Waddinxveen. “Zo groot als de jongensafdeling zullen wij niet worden.”

Marleen van Elven, moeder van een voetballende dochter, is als begeleider verbonden aan de MO17-1. “Ik was eerlijk gezegd nog nooit op een voetbalveld geweest”, bekent ze. “Ik heb meer met paardrijden. Anouk heeft dat ook gedaan, maar ik merkte al snel dat ze voetballen veel leuker vond. Als we naar de manege gingen, moest ik altijd een paar keer roepen om vaart te maken, bij de voetbaltraining stond ze een uur van tevoren al klaar in haar tenue.”

Damesvoetbal heeft een lange geschiedenis bij Be Fair, maar dat geldt niet voor het meisjesvoetbal. “In 2009 was het eerste meisjesteam, in 2015 pas het tweede. Vanaf 2017 is de grootste groei gekomen. We krijgen er elk jaar een team bij”, zegt Van Zanten. “We hebben nu voor het eerst een volledige leerlijn: MO11, MO13, MO15, MO17 en MO19. Bij onder de 17 hebben we zelfs twee teams.”

Helemaal ideaal is het nog niet, aldus Van Zanten. “Het past niet allemaal precies. Er moeten soms jongere meisjes naar hogere elftallen.” De geleidelijke groei zorgt ervoor dat ook het kader mee kan groeien. 

Van Elven: “De club probeert ons zo goed mogelijk te ondersteunen als meisjestak. We hebben dezelfde faciliteiten, hetzelfde materiaal, trainen op kunstgrasveld. Daaruit blijkt ook dat we een blijvertje zijn als afdeling.”