Afbeelding

Straffe speeltuin

Algemeen PraatPaal 217 keer gelezen

Als kind speelde ik vaak buiten met kinderen uit de wijk, maar in de speeltuin kwamen wij nooit. Het waren niet de wipwaps die Swanla een paradijs voor buitenspelers maakten.
Het waren de ruimte die wij hadden en het ouderlijk vertrouwen dat we kregen die ervoor zorgden dat wij met pallets en roestige spijkers hoge hutten konden bouwen. Dat we op piepschuimvlotten over sloten konden varen. Dat we 'oorlogje' konden spelen met snotbessen als blaaspijpmunitie. Dat ouderlijk vertrouwen werd vaak geschaad. Toch verdienden we het, met huisarrest of een standje tussendoor, telkens terug.
Buiten zochten we grenzen op, van de wijk en van elkaar. Er ging dan ook veel mis. Schone kleren werden verziekt, beestjes gedood, planten en reputaties geknakt. Er kwam eens een jongen dreigen met een speerwerpspeer! We vervloekten, schopten elkaar. Een druppel later was het weer speelkwartier; ook speermeneer deed weer mee. De glimlach van een kind maakt vriend en vijand vergevingsgezind – om Willy Alberti en Gandhi door elkaar te citeren. Jaja, in Swanla lag altijd gevaar op de loer! Omdat er zoveel te beleven was gingen we niet naar huis voor bammetjes en ranja. Voor honger – sorry, trek – en dorst waren we te druk met opgroeien.
Wie ruimte heeft kijkt niet om naar een speeltuin. Voor ons was dat het territorium van kleine kinderen die nog niet konden lopen, en van grote kinderen die al wel konden lopen maar liever hingen. Als ik sliep, speelden oude kinderen buiten met vuurwerk en viltstiften. Dat dacht ik althans; hoe kwam de wipkip anders aan brandwonden op z'n gat en in hanenpoten geschreven naamtatoeages?
Kleine kinderen – ook de grote, en ik – worden groot. Nu willen ze geen hutten bouwen maar huizen. Dus maakt onze ruimte gestaag plaats voor nieuwbouw. Helaas, maar het zou de omgekeerde wereld zijn als mijn nostalgie zou prevaleren boven woningnood. Gevolg is wel dat steeds meer kinderen zijn aangewezen op speeltuinen. Daar ben je je jeugd, of je leven, ook niet zeker tegenwoordig.
Zo constateerde de ODMH pas loodvervuiling bij speeltuin De Overkant in Waddinxveen; te veel lood in de grond kan 'het leervermogen' aantasten. Geen paniek: de concentratie bij De Overkant is minimaal. De keren dat ik wèl in een speeltuin was en mijn kop stootte tegen het klimrek waren schadelijker voor mijn IQ. Met loodvervuiling loopt het wel los. Riskant wordt het pas als strenge regels zich buiten manifesteren.
Neem het spelregelbord dat vorige maand in een Moerkapelse speeltuin werd geplaatst: niet gillen, schreeuwen, muziek luisteren en voetballen. Ik zou zeggen: spring, vecht, huil, gil, lach, speel en verwonder. Kinderen zijn geen engeltjes, dus spreek ze aan als ellende zich voordoet. Vertrouwen helpt meer dan regels. Dat bord was een slechte zet; het is goed dat het nu (tijdelijk?) is weggehaald. De kans bestaat dat grote kinderen ermee gaan buitenspelen en dan blijft er weinig van over.