Volgens Anneke Compagne is dit 'de meest vreselijke plek op Lesbos'; een onofficieel kamp wegens gebrek aan plek.
Volgens Anneke Compagne is dit 'de meest vreselijke plek op Lesbos'; een onofficieel kamp wegens gebrek aan plek.

'Je kiest niet vrijwillig voor een kamp waar je 1 luier per kind per dag krijgt'

Algemeen 187 keer gelezen

Waddinxveen - 'Indrukwekkend, aangrijpend en zinvol'. Zo omschrijft Jaap Bardelmeijer van de werkgroep 'Waddinxveen helpt Lesbos' zijn verblijf in het vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos. Eerder deze maand kwam hij terug na tien dagen te hebben geholpen in het vluchtelingenkamp. Samen met nog vier andere Waddinxveners: Henk Asscheman, Anneke Compagne, Arjan Berkouwer en René Tromp.

Asscheman en Berkouwer houden het niet droog wanneer ze vertellen over hun ervaringen in het kamp. "Moet je je voorstellen, 15.000 mensen op een klein stukje grond en sommigen staan op een onofficieel kamp naast Moria wegens ruimtegebrek. Het eerste uur dat ik er was, viel vooral de stank op. En de mensenmassa. Overal waar je keek, stonden tenten". Berkouwer vult Asscheman aan: "Het viel mij vooral op dat de mensen zelf schoon waren. De tentjes zagen er ook opgeruimd uit en dat de vluchtelingen hun waardigheid niet kwijt waren, ondanks hun uitzichtloosheid. Je moet je voorstellen dat een 'person of concern' gemiddeld 9 tot 18 maanden in dit kamp verblijft voordat een eerste gesprek plaatsheeft en hij/zij de status van vluchteling krijgt." Asscheman weer: "Het waren ook helemaal geen mensen die niets te verliezen hadden. Er was bijvoorbeeld een bankiersfamilie die uit Afghanistan was gevlucht. Ze hadden daar van alles en hier moesten ze met het hele gezin in een tentje van 2,5 bij 2 meter. Ik bedoel maar te zeggen, het zijn respectabele burgers die gestudeerd hebben of een goede baan hadden." Berkouwer: "Hoezo economische vluchtelingen? Er zullen er vast een paar tussen hebben gezeten, maar je kiest er toch niet voor om vrijwillig in zo'n kamp te zitten waar je het moet doen met één luier per kind per dag en een tekort aan dekens. En als je dan als vrijwilliger een extra deken kon versieren voor iemand, sloegen ze met hun vuist op de borst en zeiden ze: 'Thank you my friend'.
De vijf Waddinxveners deelden pakketten uit met kleding, een slaapmatje, een deken en wat toiletspullen. In de avond bewaakten ze de terreinen waar kwetsbare groepen zaten zoals vrouwen met kinderen en minderjarigen die alleen reizen. Berkouwer zegt heel goed te kunnen begrijpen dat er af en toe misstanden waren. "Maar het viel me eigenlijk nog alles mee, als je ziet onder wat voor omstandigheden men daar leeft." De vijf bekostigden hun reis en verblijf zelf. Het appartementje waarin ze zaten was geregeld door de overkoepelende organisatie Christian Refugee Relief. "Die hebben echt een geoliede machine weten op te zetten", zegt Tromp bewonderend. "Overigens kwamen de meeste vrijwilligers die hielpen uit Nederland en uit Amerika."
Hoe nu verder, terug in Nederland? Berkouwer: "Wij blijven spullen verzamelen in de loods aan de Mercuriusweg 6. Winterjassen zijn nu niet meer nodig, maar wel toiletspullen en straks weer zomerkleding." In februari gaat hij samen met Asscheman nog een keer naar Lesbos met een vrachtwagen van Asscheman vol met spullen. Bardelmeijer: "Wat we eigenlijk willen gaan doen, is geld inzamelen. Dan kunnen we de plaatselijke middenstand op Lesbos ook nog helpen, want voor hen is het ook moeilijk om te overleven. De toeristen blijven massaal weg terwijl de vluchtelingen relatief gezien maar op een klein stuk van Lesbos zitten." Voor meer info: facebook.com/waddinxveen helpt lesbos. (Nicole Lamers)