Afbeelding

Het is oké

Column 250 keer gelezen

Pas heb ik het voor het eerst gedaan. Met een groep andere jongvolwassenen. En ik had er een masker bij opgezet.
Wacht, laat ik helderheid scheppen voordat er verwarring ontstaat over waar dit heengaat. Dit wordt geen relaas over een bezoek aan een parenclub voor fetisjisten.
Een tijdje terug werd ik, met een groepje anderen, geïnterviewd over het hebben van negatieve gedachten. Depressieve gedachten. Er werd bij iedere geïnterviewde een foto gemaakt die depressie verbeeldde. De een had zich in een visnet gewikkeld omdat een depressie voelt alsof je in de knoop zit, de ander had zich laten fotograferen met gewichten omdat een depressie ook een lichamelijke last is. Ik had een ezelsmasker opgezet voor de foto. Als je je een ezel voelt is het makkelijker om dat als masker te gebruiken; dan valt er nog wat te lachen.
Twee van de invloedrijkste filosofen van Nederland schrijven immers voor: wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen. Het is een prachtige leidraad voor het leven maar ik ken niemand die het vol weet te houden. Niks om je voor te schamen trouwens; stel je voor dat je schaterlachend op een begrafenis staat. Graag zou ik die levensfilosofie dus een beetje willen bijstellen: wat er ook gebeurt, altijd blijven praten (communiceren, ouwehoeren, klessebessen.)

Het ministerie van Volksgezondheid is onlangs een campagne begonnen: 'Hey, het is oké'. Het doel van de campagne is om mensen in te laten zien dat het goed is, of oké, om over depressieve gedachten te praten. In Nederland schijnen 800.000 mensen aan een depressie te lijden, met name jongeren en jongvolwassenen. Als je eenmaal met zo'n depressie te maken hebt schijnt het een reflex te zijn om dat weg te stoppen en niet om hulp te vragen.
Die reflex is herkenbaar. Ik heb nooit gedacht aan depressie. Depressie is toch iets heftigs, iets wat mensen krijgen die hele ingrijpende dingen hebben meegemaakt? Toen de machine bij mij begon te haperen diagnosticeerde ik mezelf met aanstelleritis. Als je niet vooruit te branden bent, dan steek je een peper in je reet, ja toch? Onder de rook van Rotterdam groei je toch op met een mentaliteit van niet lullen maar poetsen en geen woorden maar daden – dat laatste is sowieso confronterend voor iemand die schrijft voor zijn brood.
Vergeet niet dat het hoge woord eruit brengen ook een daad is. Het is heel wat om schaamte te overwinnen en ervoor uit te komen dat het niet goed gaat, ook al lijkt er weinig te zijn wat daartoe aanleiding geeft. Schaamte is een slechte raadgever als je je ellendig voelt. Het is oké om erover te praten, volgens het ministerie. Met andere woorden: praten lucht op. En er is niks zo top als 'zo, dat lucht op!' – om er maar een slogan van te maken.