Charlotte, Daphne, John, Joop en Remco de Buck bij de F2 Stockcar die meerijdt met de autocross in Zevenhuizen.
Charlotte, Daphne, John, Joop en Remco de Buck bij de F2 Stockcar die meerijdt met de autocross in Zevenhuizen. Robbert Roos
Advertorial

‘Gewoon stevig in je schoenen staan en de jongens laten lullen’

Algemeen 357 keer gelezen

Autocross is onlosmakelijk verbonden met Zevenhuizen. Met brullende motoren, opspattende grond en de geur van benzine is het een scene die vooral mannen aanspreekt. Dat die tijd aan het veranderen is bewijzen de 15-jarige Daphne en Charlotte de Buck. Zij genieten van de snelheid van de sport en rijden dit jaar mee in hun Stockcar F2. Hun geheim? “Gewoon stevig in je schoenen staan en de jongens lekker laten lullen.”

Het is een drukte van belang in de garage op het Nijverheidscentrum in Zevenhuizen als we de zussen op zaterdagmorgen spreken. Opa Joop, vader John en oom Remco de Buck zijn druk in de weer om de verschillende F2 en F1 stockcars in gereedheid te brengen voor de komende races. Moeder Denise schenkt de koffie in en op de achtergrond strijdt Max Verstappen tijdens de kwalificatie voor poleposition. Drie generaties met een gezamenlijke liefde voor autosport.

“Eigenlijk ben ik de aanstichter van dit alles”, vertelt Remco. “Ik werkte in het weekend op de autosloperij van Snoei en begon samen met mijn vriend Jan met een standaardauto van mijn baas.” Remco volgde op dat moment de opleiding autovoertuigen techniek en deed met zijn net verworven Ford Granada mee aan de autocross in Zevenhuizen. Toen vriend Wim Slob bij (o)pa Joop – die zelf slechts enkele keren meereed - om hulp vroeg om zijn stockcar F1 aan te passen, besloot Joop om zelf ook een stockcar te bouwen waarmee zijn zoons Remco en John konden autocrossen. “De eerste keer ben je best zenuwachtig”, geeft John eerlijk toe. “Na twee bochten lag ik met auto en al in de sloot, maar al doende leer je.”

Veiligheid staat bij familie De Buck hoog in het vaandel. “Mijn vader heeft als brandweerman genoeg ongelukken gezien”, vertelt John. “Daarom zijn we erg stipt als het gaat om veiligheid. Je kunt alleen met een veilige auto de baan op, anders doen we het niet.”
Want dat er tijdens een race nu eenmaal dingen gebeuren staat vast. “De eerste drie keer dat ik reed was het alle drie de keren raak”, vertelt Daphne.
Het was haar tweelingzus Charlotte die als eerste wilde autocrossen. Dat begon in een kinderbuggy, voorzien van een motor afkomstig van een grasmaaier. Maar dat ging de dames niet snel genoeg. “Toen heb ik een F2 stockcar voor ze gekocht”, verzucht vader John.

Het mooie aan de sport vinden Daphne en Charlotte het geluid en de snelheid. “Soms zie je tijdens de race dat iemand je in wil halen, maar dan denk ik altijd, dat gaat écht niet gebeuren.”
Vriendinnen uit de stad begrijpen weinig van hun passie, al vindt een enkeling het wel stoer. Jongens vinden het vaak juist supertof wat de dames doen, zij het met een licht jaloerse ondertoon. “Je ziet ze bijna denken ‘zij wel’.” Daar trekken de twee zich echter niets van aan. Bang zijn Charlotte en Daphne niet. Ze kijken dan ook uit naar hun eerste seizoen in hun stockcar F2 en praten uren met elkaar over hun ervaringen. “We kijken alle trainingsfilmpjes om te kijken hoe we het anders of beter kunnen doen, en hoe je je na een fout zo snel mogelijk weer herstelt om door te gaan.”
Wanneer een cross geslaagd is? “Als we er beiden vooral plezier aan hebben beleefd.”  (tekst en foto: Robbert Roos)              

Daphne en Charlotte winden er geen doekjes om.
De familienaam staat prominent op de stockcar.
Het is wel duidelijk aan wie de tweeling hun F2 Stockcar te danken hebben.